Avatar Fanon Wiki
Advertisement
JJ, glimlach Door Mvs109 Genre Rating Updates
Meer van Mvs109 Oorlog, avontuur, drama 12+ Dagelijks

Jeong Jeongs leerling is het verhaal van de vuurmeester  Jeong Jeong, de grootste deserteur van de Vuurnatie, en zijn leerling tegen wil en dank Azelia, een boerendochter met een onvoorwaardelijke liefde voor vuur. Wanneer Jeong Jeong haar echter niets meer kan leren trekt ze alleen de wereld in.

Terwijl Azelia haar blik op de toekomst richt en haar droom ziet uitkomen, wordt de oude deserteur achtervolgd door het verleden. Hun paden branden, roken, sidderen en vlammen, maar zullen ze elkaar nog eens kruisen?

Een wat korter hoofdstuk, maar ik vond het goed zo. Mogelijk wordt de volgende dan wat langer. In ieder geval veel leesplezier!

<- Het Verlies (7)| Gevorderd (9) ->

Jeong Jeongs leerling: Dennennaalden (8)
Lin Yee
'Ga weg,' sisten de groene mannen tegen de Deserteur.
Algemeen
Maker: Mvs109
Genre: Oorlog, avontuur, drama
Leeftijdsklasse: Vanaf 12 jaar
Land/Taal: Nederlands
Hoofdstukken: 41 hoofdstukken + Alegría!
Start/Eind Data: 1 april 2012 - 12 september 2013
Chronologie
Vooraf gegaan door: Jeong Jeongs leerling: Het Verlies (7)
Verwant aan: JJl; Alegría! en andere fanons van Mvs109
Opgevolgd door: Jeong Jeongs leerling: Gevorderd (9)

Aflevering 29: De boodschapper[]

Jeong Jeong had de rest van de dag nog maar weinig gedaan. Hij had geprobeerd te mediteren, maar het aanblik van de kaarsen veroorzaakten scherpe steken van schuldgevoel.

Voor de Lin Yee's betekenden de dood maar weinig.  Als het ze al iets deed, dan was het nooit voor lange duur. Rouw was een van de dingen die ze niet begrepen. De wereld bleef gewoon doordraaien. Waarom stil blijven staan?

Jeong Jeong zuchtte. In de jaren op de vlucht hadden ze wel vaker sporen van vernieling achter gelaten, maar doden, onschuldige doden, waren er al lange tijd niet meer gevallen. Maar al dat tobben was nergens goed voor. Hij kon beter wat nuttigs gaan doen. Alleen wat?

Het antwoord kwam als een Lin Yee met een boodschap.

'Meester Jeong Jeong, Fung is gearriveerd,' zei de groene man.

'Fung?'

'De man die de OWL-post in de Mistige Palmoase bemant en naar wie wij de boodschap hebben gestuurd.'

Jeong Jeong moest even nadenken voor hij zich herinnerde dat hij eerder deze week een boodschap naar Iroh had laten sturen over hun huidige locatie en de gebeurtenissen van afgelopen tijd. Hij had geen antwoord verwacht en al helemaal geen antwoord in de vorm van een boodschapper. 

'Laat maar door,' zei Jeong Jeong, 'en blijf daarna uit het zicht.'

De Lin Yee knikte. Even later kwam een gebruinde oude man met een kaal hoofd en een snor die wel wat gelijkenis toonde met die van Jeong Jeong het kamp binnen. De Deserteur stond op om de bezoeker te verwelkomen.

'Meester Jeong Jeong,' begroette de man hem met een eerbiedige buiging.

'Meester Fung,' antwoordde Jeong Jeong eveneens met een buiging. De man grinnikte.

'Geen meester, meester. Het hoogste wat ik in mijn leven ooit bereikt heb, is de Makapu vulkaan. Voor de rest ben ik maar een simpele dienaar van de orde,' zei Fung.

'Ga zitten,' zei Jeong Jeong wijzend naar de grond. De Deserteur ging weer zitten op de plek waar hij net zat. Met zijn rug naar zijn hut toe en kijkend in de zon. Fung nam tegenover hen plaats. Het kampvuur lag tussen hen in.

'Ik neem aan dat u niet voor de gezelligheid hier naartoe bent gekomen,' begon Jeong Jeong.

'Inderdaad. Ik breng een boodschap van de Grootlotus zelf,' zei Fung. 'Kunnen we hier veilig praten?'

'Ja, mijn mannen houden de omgeving in de gaten. Vertel, Fung.'

'Er is een raadsvergadering in Omashu gepland. Aan het einde van de maand dienen de opgeroepen leden daar bij aanwezig te zijn. Voor onderdak en voedsel wordt gezocht en de precieze vergaderplaats wordt nog bekend gemaakt. De Grootlotus vraagt u uw mannen mee te nemen.'

'Mijn mannen gaan sowieso mee naar Omashu,' zei Jeong Jeong. 

'Naar de vergadering bedoel ik. Of in de buurt van de vergaderruimte,' verduidelijkte Fung.

'Weet u het zeker? Mijn mannen zijn geen ingewijden in de orde.'

'De precieze uitleg zal wel bij de volgende orders komen,' bromde Fung.

'Kent u de rede voor de bijeenkomst?' vroeg Jeong Jeong nieuwsgierig.

'Sozins komeet,' fluisterde Fung.

Sozins komeet? Jeong Jeong was even van zijn stuk gebracht. Dat vernietigende ruimteblok zou nog lang niet langskomen. Dat zou zeker nog een jaar of acht misschien negen duren. Jeong Jeong had graag meer willen weten, maar Fung zou hem niet meer kunnen vertellen. Hij moest naar Omashu toe voor antwoorden.

'Bedankt voor uw moeite, Fung. Ik zal mijn mannen inlichten en dan vertrekken we zo snel mogelijk. Ik zou u graag onderdak voor de nacht aanbieden, maar dan moet u met een lege maag op de koude grond slapen.'

'Bedankt voor het aanbod, maar ik slaap vannacht wel in de herberg in het dorp. Ik ben nooit een fan van kamperen geweest,' zei Fung. Hij stond op en klopte het stof van zijn broek. 'Oh, voor ik het vergeet. De orde hoopt dat hiermee uw reis wat soepeler zal verlopen.'

Twee lederen buidels werden Jeong Jeong aangereikt. Aan het geluid en het gewicht was wel te raden wat er in zat, maar de Deserteur keek pas toen de boodschapper weg was. Een buidel vol zilverstukken en de andere vol koperstukken. Dit was zeker genoeg om Omashu te bereiken.

Aflevering 30: De reis naar Omashu[]

'Ik zie dat u weer een klusje heeft gekregen van die organisatie waarvoor u werkt,' merkte Chey op toen hij het kamp binnen kwam lopen en Jeong Jeong het geld zag tellen. Jeong Jeong, nu de tel kwijt, keek verstoord op.

'Het zou trouwens tijd worden,' voegde de gezel nog toe. 'Waar moet u deze keer heen?'

'Waar heb je het allemaal over?' speelde Jeong Jeong geïrriteerd. Hij wilde wel eens weten wat Chey in de afgelopen jaren had opgepikt aan informatie.

'U werkt voor een organisatie die u zo nu en dan naar de andere kant van het Aarderijk stuurt. Wij gaan mee, vervelen ons een tijd omdat we dan beschermd worden en na een tijdje moeten we weer voor onszelf zorgen. Meestal krijgt u dan nog geld of goederen mee,' zei Chey. 'Dus waar moeten we nu heen?'

'Omashu,' zei Jeong Jeong.

'Dat valt nog mee.'

'En ik krijg niet betaald. De leden schieten elkaar gewoon te hulp wanneer dat nodig is.'

'Dan zijn ze wel vrij zuinig met die hulp De laatste donatie die we kregen was maanden terug.'

'Hebben we het dan nodig, Chey? Ik zie geen zieken, geen gewonden, geen hongersnoden. We redden ons prima.'

'Ze hadden misschien Azelia op kunnen nemen,' zei Chey. Jeong Jeong zuchtte ditmaal wel echt geïrriteerd.

'Spreek niet over zaken waar je geen idee van hebt.'

'Als u me eens wat meer op de hoogte bracht van de gang van zaken, zou ik tactischer om kunnen gaan met mijn woorden,' merkte Chey fijntjes op.

'Een wetend man is een gevaarlijk man. Blijf maar gewoon zo achtelijk als je bent, dan kan je het minste overkomen.'

Diep beledigd zweeg de gezel tot diep in de nacht. Jeong Jeong had de Lin Yee's op de hoogte gebracht van de reisplannen - tot zover ze het hele gesprek niet hadden staan afluisteren - en ze waren 's avonds al begonnen met pakken.

De reis naar Omashu verliep in een vreemdsoortig stilte. Er werd normaal al niet bijzonder veel gezegd, maar nu werd er echt het minimale gesprokken. In ieder geval tegen de Deserteur. Jeong Jeong merkte wel op dat de Lin Yee's en Chey steeds vaker met elkaar overhoop lagen.

Ze ruzieden alleen zelden in het bijzijn van hun meester. Althans, dat dachten ze, want Jeong Jeongs gehoor was zo slecht nog niet. De Deserteur zei er echter niets van, want hij meende dat het lag aan  het gemis aan afwisseling van gezelschap en gebeurtenissen. Daar werd Chey altijd chagrijnig van.

De groep was een dagmars van Omashu verwijderd toen Jeong Jeong middernacht de wacht overnam van Chey. Hoewel de donkere kringen onder zijn ogen stonden, leek de gezel weinig zin te hebben om te gaan slapen.

'Bang voor nachtmerries, Chey?' vroeg Jeong Jeong toen de gezel na tien minuten nog lag te woelen.

Chey wreef door zijn gezicht heen en kwam toen naast zijn meester op de grond zitten. In stilte nam hij de waterbuidel aan die Jeong Jeong hem aanreikte.

'Gaat het wel? Je gedraagt je vreemd. Jullie allemaal eigenlijk,' zei Jeong Jeong zachtjes genoeg om de rest niet te storen. Chey overwoog een moment om te antwoorden.

'Permissie om vrijuit te spreken, meester?'

Aflevering 31: Vermoedens[]

De formaliteit van de anders wat brutalere gezel verbaasde Jeong Jeong. Het beloofde niet veel goeds als zelf Chey over zijn woorden twijfelde. Jeong Jeong gaf hem permissie, maar de man verviel echter weer in zwijgen.

'Wil je weg van de groep?' gokte Jeong Jeong. Chey snoof en schudde toen zijn hoofd.

'Wat dan? Ik neem het je niet kwalijk als je het hier gehad hebt. Dit zijn nu niet echt onze beste tijden,' zei Jeong Jeong. Hij stootte de gezel aan. 'Kom op, praat eens. Jij kwam hier zitten.'

'Waar zijn we mee bezig?' zei Chey. De frustratie droop van zijn stem.

'Hoe bedoel je?' vroeg Jeong Jeong.

'Eerst komen Alira en Zaffon om, dan Koa en Azelia. Nu verschijnt er weer een rare snuiter met een zak geld en een mysterieuze opdracht.'

'De rede voor de tocht naar Omashu is een vergadering georganiseerd bij een internationale orde waarbij ik betrokken ben. Meer kan ik je er niet over vertellen,' zei Jeong Jeong.

'U wilt me er niet meer over vertellen.'

'Je bent wel erg begaan met het lot van het meisje,' merkte Jeong Jeong op.

Chey zweeg pijnlijk. Hij keek werkelijk zo ellendig dat Jeong jeong zich afvroeg of hij verder moest vragen, maar zijn nieuwsgierigheid was altijd al groter geweest dan zijn medelijden.

'Heb je kinderen?' vroeg de Deserteur. Hij kreeg geen antwoord. 'Chey?'

De gezel wreef in zijn handen.

'Heb je een gezin achtergelaten toen je deserteerde?' vroeg Jeong Jeong door.

'Ach, hou toch op! Er was nooit echt een gezin om mee te beginnen. Ik gunde Azelia alleen meer dan ik...dan ik de mijne ooit had kunnen geven.'

Jeong Jeong bleef Chey een tijdje zitten aanstaren, niet precies wetend wat hij met deze informatie moest. Hij had Chey nooit als het gezinstype voorgesteld. Laat staan als een vader. Welke vrouw had hij zo gek gekregen?

Maar nu keek Chey werkelijk ongelukkig.

'En u?' bromde Chey.

'Wat?'

'Heeft u nog meer kinderen achtergelaten dan Azelia en die van Hua Lei?'

'Azelia is geen kind van mijn bloed,' zei Jeong Jeong. Zijn bloed liep naar zijn gezicht toe en de lachende Alira spookten even door zijn gedachten heen. Hij zette het idee direct van zich af.

'Maar u liet haar wel achter!'

'Ik zei toch al dat we haar mee hadden moeten nemen,' verweerde Jeong Jeong zich.

'Wees eens stil,' klaagde een Lin Yee.

'Hou zelf je bek!' antwoordde Chey. De Lin Yee's rondom het kampvuur kwamen dreigend overeind.

'Mannen, excuses. Ga weer liggen,' zei Jeong Jeong in een poging de boel te sussen.

'Chey moet niet zo mauwen over een dode. Die vallen er dagelijks door deze snertoorlog,' snauwde de Lin Yee.

'Ik heb niet gedeserteerd om nog meer kinderbloed aan mijn handen te krijgen,' riep de gezel verontwaardigd terug.

'En wij volgen geen gedeserteerde admiraal om afgezeken te worden door zijn knechtje.'

'Ik ben geen knecht. Ik ben een gezel net zoals jullie.'

Aflevering 32: Uit de hand[]

De Lin Yee's grinnikten alsof ze verkouden honden waren. Ze gingen weer languit op de grond liggen en staarden naar de sterren toe. Chey zou het daar bij gelaten hebben als een van de groene mannen niet opnieuw zijn mond opendeed.

'De meester en wij hebben het twintig jaar lang gered zonder geld. De wereld is niet veranderd. Wij hadden je toen niet nodig en nu nog steeds niet,' verklaarde de Lin Yee simpel.

'Jullie zijn me anders wel dankbaar wanneer ik warm en vers voedsel meebreng of ijzer om speerpunten van te maken.'

'IJzer kunnen onze broeders zelf delven in de mijnen van Dör en de koks onder ons weten van de kleinste restjes nog wat fatsoenlijks te maken. Daarbij zijn we vluchtelingen. Luxe verwachten is onrealistisch.'

'Voedsel is geen luxe! Kleding is geen luxe! Wapens om onszelf te beschermen is ook geen luxe! Het zijn allemaal noodzaken!' riep Chey.

'Mannen!' kwam Jeong Jeong tussenbeide. Alle blikken richtten zich op de Deserteur. Ze keken niet bepaald vriendelijk of meegaand.

'Mannen, het is waar dat we het twintig jaar in de wildernis hebben gered zonder nauwelijks een vorm van beschaving, maar hoe vaak zijn we niet opgejaagd, omdat jullie weigerden in steden en dorpen de patrouilleren?' zei Jeong Jeong tegen voornamelijk de Lin Yee's.

'We hebben u anders wel talloze keren gewaarschuwd en gered.'

'Dat hebben jullie,' gaf Jeong Jeong toe. 'Maar dat heeft Chey ook. Op zijn eigen manier.' 'U vergelijkt ons met Chey?!'

'Jullie zijn allen mijn gezellen met ieder zijn kwaliteiten en valkuilen. Ik wil er verder geen woord meer over horen,' zei Jeong Jeong.

'U denkt dat u het zonder ons ook gered had?' briesten een paar Lin Yee's.

'Dat heb ik helemaal nooit beweerd,' verweerde Jeong Jeong zich.

'En wat bedoelt u met "dat ik dingen op mijn eigen manier oplos"?' vroeg Chey.

'Zij,' zei Jeong Jeong en hij wees naar de groene mannen die weer overeind waren gaan zitten. 'Zij hebben hun manier van werken. Stiekem en stil. Jij werkt wat luidruchtiger en durft in de buurt van mensen te komen.'

'Wij zijn niet bang voor mensen. We verachten ze simpelweg,' zei een Lin Yee. 'En zonder ons was u al tientallen keren geëxecuteerd.'

'Zonder mij zat een groot aantal van jullie broeders nog in de Kokende Rots, Slot Agni Kai, bij de Dai Li of half bevroren opgesloten op de toendra's van de Waterstammen,' herinnerde Jeong Jeong hen.

Wat er volgde was een akelige stilte en een dodelijke blik richting de Deserteur van al diens gezellen.

'U heeft ons nodig om te overleven,' zei een groene man.

'Dat ontken ik niet,' zei Jeong Jeong simpel.

'En u heeft Chey niet nodig.'

'Dat is niet waar.' De Lin Yee's konden de haren wel uit hun hoofd trekken van ergernis. Ze stonden op en begonnen onrustig heen en weer te lopen.

'Chey doet niks dan klagen en ons in de problemen brengen. Eten aan hem geven is een verspilling van ons voedsel en de moeite die we er voor moeten doen. Zelfs de prijs die op zijn hoofd staat is de moeite niet waard om hem uit te leveren,' gingen de Lin Yee's woedend door.

'Hallo, ik zit hier,' zei Chey en hij zwaaide een keer. De blikken die hij kreeg waren dodelijk.

'Ah, mijn hart. Mijn hart!' kreunde de gezel dramatisch voor hij met veel poespas "dood" op de grond ging liggen.

Hij kreeg een trap van een van de groene mannen. De gezel vloog overeind en viel de dichtstbijzijnde Lin Yee aan. Jeong Jeong sprong er tussen voor het verder uit de hand zou lopen. Er werd nog een poging gedaan tot trappen en slaan, maar de Deserteur dreef ze met vuur uit elkaar.

'Waar sloeg dat op?!' briesten zowel de groene mannen als Chey. Jeong Jeong keek hun stomverbaasd aan.

Hun woede jegens elkander leek plotseling te zijn overgeslagen tot een intense haat tegen hem. De Deserteur werd zich bewust van Chey's gebalde vuisten en de Lin Yee's die allemaal overeind waren gekomen. Jeong Jeong zag de geschroeide plekken op hun kleren. Niets ernstigs, maar toch...

De dreigende blikken van de Lin Yee's maakten plaats voor een eindeloze vermoeidheid. Twee maakten zich los om Jeong Jeongs tas te pakken. Ze duwden het in zijn armen.

'Ga weg,' zeiden de groene mannen.

Jeong Jeong geloofde zijn oren niet. Hij keek naar zijn mannen, maar allen ontweken zijn blik. Behalve Chey. Hij liep naar zijn meester toe en nam de tas over. Met dezelfde moedeloze blik als de Lin Yee's haalde hij er de buidels geld er uit en stak het tussen zijn eigen kleren. Toen gaf hij de tas terug.

'Die behoren niet aan jou toe,' kneep Jeong Jeong uit zijn keelgat. Het boeide niet. Het geld boeide niet, maar het was het enige wat hij nu uit kon brengen.

'Ik ben er nooit op tegen geweest om te stelen,' zei Chey op de donkerste toon die Jeong Jeong ooit van hem gehoord had. De gezel pakte zijn eigen tas, stopte er wat proviand bij, liet wat geld achter en liep toen het bos in.

'Chey!' riep Jeong Jeong. Hij wilde de man achteraan lopen, maar voor zijn neus dreigden plotseling de speren van de Lin Yee's.

'Waag het niet uw vuursturen nogmaals tegen ons te gebruiken,' sisten ze.

Jeong Jeong keek naar zijn handen. Ze voeden branderig aan. Adem in, adem uit. Herwin de controle. De speren dreigden hem achteruit te stappen. Één stap, twee stappen. Tot een derde stap liet Jeong Jeong het niet komen.

'Ik ben duidelijk niet meer gewenst hier. Het enige wat ik kan is vuurtjes aansteken en kinderen vermoorden,' zei de Deserteur. Hij wachtte een verder woord niet af. In plaats daarvan draaide hij zich om en liep op eigen initiatief het kamp uit.

Wordt vervolgd[]

Omashu (14)

Binnen de groep gaat nu iedereen zijn eigen weg. Jeong Jeong besluit alsnog naar Omashu te gaan, maar de reis verloopt niet zonder bijzonderheden. Er speelt iets. Iets op een veel hoger niveau dan de Deserteur had kunnen bereiken. En Chey? Die trekt voor het eerst in jaren weer zijn eigen plan. Ook niet zonder gevolgen.

Dat en nog meer in: Onverwacht (9) ->

Advertisement