Avatar Fanon Wiki
Advertisement

Jeong Jeongs leerling is het verhaal van vuurmeester Jeong Jeong, de eerste in de Vuurnatie die deserteerde en het nog na kan vertellen en Azelia, het meisje dat voor vuur leeft. Na een gruwelijk incident neemt Jeong Jeong het meisje tegen wil en dank onder zijn hoede en leert haar vuursturen. Maar hoewel Azelia alles van haar meester aanneemt is er één ding dat ze niet van hem wil geloven: dat vuursturen een vloek is. Voor haarzelf en voor degene die ze zal liefhebben gaat ze op zoek naar de kern van het vuur: verlichting.

Terwijl Azelia haar blik op de toekomst richt en haar droom ziet uitkomen, wordt de oude deserteur achtervolgd door het verleden. Hun paden branden, roken, sidderen en vlammen, maar zullen ze elkaar nog eens kruisen?

Jeong Jeongs leerling: De Nasleep (40)
Kuei
Nog geen tijd om te rusten.
Algemeen
Maker: Mvs109
Genre: avontuur
Land/Taal: Nederlands
Chronologie
Vooraf gegaan door: Jeong Jeongs leerling: Feniks (39)
Verwant aan: Jeong Jeong, Azelia, Chey, Lin Yee's, Zhao, overzicht, IJskoud Vuur
Opgevolgd door: Jeong Jeongs leerling; Alegría: Ontsnapt (1)

Wat vooraf ging:[]

De Orde van de Witte Lotus heeft na een zware strijd uiteindelijk Ba Sing Se verovert, maar de strijd verliep niet zonder verrassingen. Op zoek naar medicijnen zag Jeong Jeong Kessai en Zhao weer terug. Het wederzien eindigde in een brand, een bevrijdde slavin en kostbare informatie.

Om de stad te kunnen veroveren moet de OWL de opgepakte koning Kuei weten te bevrijden. Jeong Jeong slaagt er in om de aardkoning weer op zijn troon te zetten, maar het lot is de Deserteur niet gunstig gestemd en Kuei weigert Jeong Jeong amnestie te verlenen. De Deserteur wordt opgepakt voor oorlogsmisdaden en naar de Vuurnatie gebracht.

Het gaat Azelia niet veel beter af. Samen met Ran volgt ze Shao en Phayeron naar de Zon toe. Daar de bron van al het vuur ernstig aangetast te zijn. Samen met de twee draken en de vuurgeest probeert Azelia het tij te keren. Het lukt hen om de Zon opnieuw te laten stralen, maar het offer is groot geweest en Azelia ontdekt dat ze een Feniks is.

Aflevering 174J: Ontwaken[]

Jeong Jeong ontwaakte door het lawaai dat de opstartende scheepsmotoren maakten. Hij opende zijn ogen en ging voorzichtig overeind zitten. De houten brits kraakte protesterend onder zijn gewicht. De Deserteur geeuwde.

Zoute zeelucht stroomde via de openstaande patrijspoort naar binnen toe. Het waterige zonlicht maakte de olielamp in zijn hut overbodig. Alhoewel hut wel een erg duur woord was voor de ruimte waarin hij was opgesloten.

Het was eerder een klein ruim dat voor opslag van wat materiaal was bedoeld. Het was niet erg groot. Drie bij twee meter ongeveer, maar hij had er frisse lucht en zonlicht.

Jeong Jeong rekte zich uit. Hij betastte voorzichtig de bult op zijn achterhoofd waar de generaal hem geraakt had. De zwelling was al grotendeels verdwenen. Dat mocht ook wel na een paar dagen. De vuurstuurder liep naar de patrijspoort toe. Als hij op het puntje van zijn tenen ging staan, dan had hij een schitterend uitzicht over zee.

Aan de andere kant van het schip moesten ze de haven zien liggen. Zo dadelijk zouden ze vertrekken naar de Vuurnatie waar zijn proces en nog vele, vele andere afhandeling voor de oorlog officieel beëindigd was.

Jeong Jeong zuchtte weemoedig. Meer dan dertig jaar was hij niet in de buurt van de zee geweest en alsnog voelde het alsof hij geen dag was weggeweest. Alles was nog vertrouwd en dat was prettig. Hij had de zee gemist De zee die altijd hetzelfde leek, maar toch met de minuut veranderde. Waterstuurders boften maar met haar.

Maar de frisse zeebries deed het Jeong Jeong toch wel prettig vinden dat hij zich kon verwarmen met zijn eigen vuur. De deur werd van het slot gehaald. Jeong Jeong hoefde niet eens om te ijken om te zien wie het waren. Chey en een Lin Yee kwamen hem eten en drinken brengen en de tijd een beetje doden.

‘Het ziet er slecht voor u uit, meester. Kuei is niet te vermurwen,’ zei Chey. Jeong Jeong haalde onverschillig zijn schouders op. Sinds het moment dat hij had gedeserteerd had hij naar het moment toegeleefd dat hij op het schavot ten einde zou worden gebracht. Vuurnatie of Aarderijk maakte niets uit. Hij had alle naties pijn gedaan.

‘Nog iets van Azelia gehoord?’ Nieuws, het liefste goed nieuws, interesseerde hem veel meer dan zijn eigen lot dat toch al bestempelt was. De tijd die hij samen met haar had doorgebracht in het klooster was lang geweest, maar niet bepaald spraakzaam.

Hij had het merendeel van de tijd geslapen en als hij wakker was, dan was het meisje nooit dieper ingegaan op haar avonturen. Ze had beloofd het later te vertellen als hij weer beter was. Na die ruzie was het er niet meer van gekomen…

Aflevering 175J: Kwijt[]

‘We zijn haar kwijt,’ zei de Lin Yee. Jeong Jeong draaide zich met een ruk om.

‘Kwijt?’ vroeg hij op een gevaarlijke toon. ‘Ik ving laatst op dat jullie haar juist gevonden hadden.’

En voor het eerst in zijn leven zag de Deserteur een Lin Yee zenuwachtig worden. Zij ogen gingen schichtig heen en weer en hij wipte ongemakkelijk van het ene op het andere been. Chey leek te koken van woede, maar zei niets.

De Lin Yee begon te vertellen wat hij wist. Hij vertelde dat ze Azelia voor de laatste keer zagen bij het Benice-klooster waar ze weg vloog op een uil, maar het was onmogelijk geweest om ze te volgen door de snelheden waarmee ze door de lucht vlogen.

Kaiza had hen niet meer mogen vertellen over de uil, want ze scheen zich aan een eed te houden. Overigens was de waterstuurster ook niet langer meer aan boord. Ook zij had het nieuws over Azelia’s vermissing vernomen en was direct op reis gegaan.

Aangezien Kaiza niet binnen het beschermende straatje van de Lin Yee’s viel, daaronder vielen enkel Jeong Jeong, Chey en Azelia, waren ze Kaiza ook niet gevolgd.

‘Dus jullie hebben echt geen flauw benul waar Azelia zou kunnen zijn?’ vroeg Jeong Jeong op het randje van een woedeaanval. De Lin Yee wilde iets zeggen, maar schudde toen alleen zijn hoofd.

‘Dat valt me nu reuze tegen van jullie,’ zei Jeong Jeong. Hij keerde de Lin Yee weer de rug toe en keek naar buiten toe. De zee was rustig. Mooi weer om te zwemmen.

‘Maar meester,’ zei de Lin Yee smekend. ‘Als wij Azelia zouden zoeken, zouden we u hier alleen moeten achterlaten. Onze taak is u te beschermen, niet het meisje.’

‘Uit mijn ogen!’ schreeuwde Jeong Jeong de man toe. ‘Jarenlang schijnen jullie geen moment uit mijn schaduw te wijken en dienen me als een stelletje stomme honden en net nu ik jullie harder nodig heb dan ooit doen jullie alsof jullie neus bloedt. Azelia is vermist, stomme idioot, en jullie laten me vallen als een baksteen!’

‘Dat doen we niet,’ protesteerde de Lin Yee. ‘De Lin Yee’s zullen u altijd trouw blijven.’

Met al zijn woede plantte Jeong Jeong zijn vuist in de maag van de groene man. Lin Yee zakte kreunend in elkaar op de grond. Chey keek zijn meester ontzet aan. Die keek onbewogen neer op de gezel. De Lin Yee lag probeerde ineen gedoken op de grond zijn ontbijt binnen te houden.

‘Nog steeds trouw?’ vroeg de Deserteur ijskoud. De Lin Yee boorde zijn fletsgroene ogen in die van zijn meester.

‘Al zou u ons in duizend stukken scheuren en voeren aan de varanen…’ zei de Lin Yee met een flauwe glimlach, ‘…u zit aan ons vast.’

De deining van het schip werd erger en de Lin Yee hield zijn ontbijt niet langer meer binnen. Op dat moment kwam Toph de hut in om poolshoogte te nemen.

‘Wat is er mis met u? Ik zag u die man slaan!’ slingerde Toph Jeong Jeong toe. Ze hurkte neer naast de Lin Yee.

‘Dat zag je verkeerd, juffrouw Beifong. Ik ben zeeziek. Wij Lin Yee’s zijn mannen van de aarde, niet van het water. Mijn meester zag me tollen op mijn benen en ving me op,’ antwoordde de Lin Yee met een vale glimlach richting zijn meester.

Zijn leugen was zo natuurlijk dat Toph twijfelde aan wat ze gezien had. De Lin Yee bleef even zitten tot hij weer wat kleur op zijn wangen had gekregen. Jeong Jeong bood de man zijn hand aan en hielp hem overeind. Een snelle blik naar de patrijspoort deed de Lin Yee begrijpen wat zijn verdere instructies waren.

Hij verliet de hut met de mededeling dat hij even ging liggen. Ook Chey ging weg. Nu bleven alleen Jeong Jeong en Toph nog achter.

‘Toph, kan ik je om een gunst vragen?’ vroeg de Deserteur. De aardmeester knikte verbaasd.

‘Zou ik een potje jasmijnthee mogen? Ik heb het koud.'

'Oké.' Toph haalde haar schouders op. 'Ik loop wel even naar Iroh.'

En dat deed de aardmeester. Dertig seconde wachtte de Deserteur. Toen liep hij naar de patrijspoort toe. Twintig meter onder hem lag zijn vrijheid en het duister zou zijn bondgenoot zijn.

Aflevering 176A: Ontwaken[]

Een warme, vriendelijke stem zei keer op keer zachtjes haar naam. Een warm gevoel spreidde zich uit over het lichaam van de jonge vrouw. De adem van de spreker kwam zachtjes terecht in haar gezicht. Azelia kon de geur van wierook ruiken.

Als dit de dood was, dan was het een aangename dood.


'Gaat het, Azelia?' De vuurstuurster opende haar ogen en keek in het bezorgde gezicht van Phayeron. Hij lag naast haar op de grond, half over haar heen gebogen. Zijn knappe gezicht dicht bij het hare.

'Azelia?' Hoe teder klonk haar naam op zijn lippen. Ze glimlachte. Hij slaakte een zucht van verlichting. Voorzichtig tilde hij haar op en liep met haar in zijn armen naar een slaapkamer toe. De draken vlogen stilletjes mee.

Phayeron legde Azelia in bed en dekte haar toe. 'Ga maar lekker slapen. Je kan de rust goed gebruiken,' zei de Vuurgeest zittend naast haar op het bed. 'En wees niet bang voor de vlammen. Ze doen je niets.' Te moe om nog iets te zeggen kon Azelia alleen maar glimlachen.

Ze wist niet wat er gebeurd was of dat ze nu leefde of dood was, maar ze voelde zich heerlijk warm van binnen. Ze voelde zich al herboren. Om haar heen zag ze het vuur van het Zonnepaleis branden en het gaf haar een gevoel van veiligheid.


Phayeron dimde met een handgebaar het vuur in de kamer tot ze een nachtblauwe kleur kreeg. Enkel wat kaarsen bleven hun herkenbare kleur houden. 'Ga maar slapen, Azelia. Ik blijf nog even hier en de draken zijn buiten,' bleef Phayeron haar aanmanen te gaan slapen.

Azelia knikte en sloot haar ogen weer. Ze zonk direct weer naar een heerlijke droomwereld.

Toen Azelia weer wakker werd was het zweverige gevoel in haar hoofd nog steeds niet verdwenen, maar daargelaten dat ze zich anders dan normaal voelde, was het een prettige ervaring. Het was erg donker in de kamer geworden.

De muren die van vuur gemaakt waren, waren door de vuurgeest zo donker gekleurd dat ze slechts een heel klein beetje licht afgaven. Het was niet eens genoeg om andere voorwerpen in het vertrek te kunnen waarnemen. Azelia ging voorzichtig overeind zitten.

Nog te zwak om haar hand te heffen probeerde ze met haar handpalm rustend op de dekens een kleine vlam te maken om het vertrek beter te verlichten. Er kwam echter geen vlam. Ze probeerde het nog enkele maken, maar weer bleef vuur uit.

Aflevering 177A: Herstel[]

Azelia zuchtte beverig. Toch niet weer? Was ze haar sturen weer kwijt?

'Phayeron!' riep ze met trillende stem. De woorden waren nog niet eens koud of de Vuurgeest kwam binnen. Hij straalde een warme gloed uit. Rustig ging hij naast haar zitten en sloeg een arm om haar heen.

'Adem in,' zei hij alleen maar. Azelia deed wat hij zei.

'Adem uit,' zei Phayeron. Azelia liet de lucht weer gaan.

'Adem in,' zei hij opnieuw.

'Moet ik gaan mediteren?' vroeg Azelia. De Vuurgeest knikte. 'Ben ik daarna weer de oude?' Phayeron schudde zijn hoofd.

'Vuur kan de tijd nooit terugdraaien,' zei hij. 'Door het Zonnehart heeft je vuursturing een behoorlijke klap gekregen. Het zal wel even duren voor de vlammen in je hart weer zijn gekalmeerd. Blijf tot die tijd maar hier.'

'Maar...' 'Azelia, kijk eens wat het vuur alleen al met je uiterlijk heeft gedaan. Laat staan wat er binnenin gebeurd is. Je bent een feniks, kleine vlam, maar geef die verandering de tijd om zich te kunnen voltooien.'

Azelia kreeg een schok. Haar uiterlijk. De brandwonden! Ze deinsde achteruit. Ze was de brandwonden totaal vergeten en nu had Phayeron gezien hoe het vuur haar half verteert had. Misschien had hij erger gezien, maar Azelia wilde niet de rest van haar tijd als een verschrompeld stuk fruit door het leven gaan.

Ze sloeg haar handen voor haar gezicht en begon te huilen.

'Vlam, kijk me eens aan,' zei Phayeron vriendelijk, maar Azelia weigerde. De vuurgeest zuchtte. Hij trok voorzichtig haar handen voor haar gezicht weg. Het meisje bleef huilen. 'Lieve vlam, rustig maar.'

Maar de Vuurgeest begon door te krijgen dat Azelia te zeer overstuur was om haar iets duidelijk te kunnen maken. Hij liet haar handen los. Meteen verborg ze haar gezicht weer. Geduldig trok Phayeron de lakens over haar heen om haar toe te dekken.

'Probeer wat te mediteren als je weer rustig bent. Het zal je helpen, vlam,' zei Phayeron. Hij stond op en liep naar de deur toe, het snikkende meisje in het bed achterlatend. 'Azelia?'

'Wat?' snauwde de vuurstuurster hem toe. Al dat begrip, al die liefde, ze kon het nu niet hebben. Haar leven was nu al ellendig en medeleven zou het niet beter maken.

'Je bent mooi,' zei Phayeron met een lichte blos op zijn wangen. 'Zelfs als je verdrietig bent.'

En daarmee liet hij Azelia verbaasd achter in de slaapkamer.

Wordt vervolgd[]

Eindelijk dringt het besef tot Azelia door dat ze voorgoed verandert is en voor altijd zal blijven veranderen, maar de veranderingen zijn ingrijpend. Sinds jaren verlangd ze weer sterk naar haar ouders. Omdat Phayeron en de draken niet constant bij haar kunnen zijn, wil de vuurgeest haar wel naar haar ouders in de Geestenwereld brengen, maar Quasar, de Allesziener, denkt daar anders over.

Ondertussen is Jeong Jeong niet langer van plan om zijn noodlot rustig af te wachten. Hij neemt het heft in eigen hand en weet opnieuw te ontsnappen. Samen met zijn gezellen en nieuwe bondgenoten ontvluchten ze Kuei om de vuurstuurster terug te halen die hen allen zo dierbaar was.

Dat en nog meer in het nieuwe hoofdstuk: Ontsnapt (1)

Advertisement