Avatar Fanon Wiki
Advertisement

Hallo mensen. Dit is een vervolg op het fanon: Scheepsjongens van Oude Baas Ding. Het onderwerp van die fanon daalde af, dus ik dacht laat ik maar een vervolg van maken. Dit word weer gespeelt in de ogen van Yushi.

Hoofdstuk 1 Nieuw vriend[]

Ik rende door de bossen. Ik hoorde mensen me naam roepen. Ik keek naar achteren en ik knalde perongeluk tegen een muur aan. Ik klom over het muur en ik sprong heel zachtjes naar beneden. Ik rende naar een muur en keek om, en niemand zag me. Ik liep toen het straat op. Ik hoorde dat een crimineel ontsnapt was, omdat hij zich voordeed alsof die een politie agent was. Ik rende naar de crimineel toe en ik riep hard tegen de crimineel 'Daar even weg, ik blaas ze op!' en de crimineel rende snel naar een muurtje en ik stuurde een explosie op de agenten. 'Hierheen!' riep de crimineel en hij sloeg hard met zijn vuisten op de grond waardoor de grond kapot ging en naar beneden viel. Ik sprong in het gat en de crimineel stuurde het gat dicht. 'Heb ik je vertrouwen?' zei de crimineel. 'Ik denk het' zei ik. 'Mooi, dan vertel ik je alles over me. Ik ben een gedeseteurde soldaat, daarom noemt iedereen me een crimineel terwijl ik dat niet bent, alleen was het volgens hen wel, omdat het verboden was om te deseteuren, maar dat boeit mij allemaal niet'. 'Goed. De rest boeit me niet echt over je' zei ik en ik liep verder. Opeens kreeg ik een aardmuur voor me maar ik hield me hand voor de gedeseteurde soldaat. 'Waag het niet'. 'Jawel' zei de gedeseteurde soldaat terug en hij stuurde een aardmuur naar me toe, ik stuurde het aardmuur kapot met een explosie en ik wilde de gedeseteurde soldaat raken met een explosie, maar hij maakte zelf een rots waardoor de rots in duizend kiezelstenen kwamen. 'Explosie stuurder'. 'Goed geraden' zei ik terug toen ik me handen naar beneden deed. 'Mijn naam is Luca' zei Luca. 'Waar nu heen?' 'Vraag het niet aan mij! Ik heb geen atlas in me achterhoofd!' riep ik terug. Luca stuurde een gat door de muur en keek op straat en er was opeens niemand. 'Kom' fluisterde hij en we klommen omhoog. We rende door een straat, door een steeg, klom over een hek en opeens stonden daar soldaten. 'Doe de ding' fluisterde Luca en ik stuurde een explosie op de soldaten. 'Kan je niet normaal vuursturen!' riep Luca door de herrie heen. 'Ik weet niet meer hoe dat moet!' riep ik terug en ik probeerde normaal vuur te sturen, maar er kwam explosie erdooruit. 'Waar!' riep Luca en we rende weg. 'Ik heb geen atlas! Waneer leer je het nou!'. We klommen over een muur heen, klom op het dak en ik sprong op de relling van een trap en ik rende naar boven. Ik gleed naar beneden van het dak en ik belande in een hooiwagen. We klommen toen over een huis en we sprongen over de muur van het stad. 'Nu wegwezen!' riep ik en we rende door de bossen.

Hoofdstuk 2 Gevecht[]

We rende door de bossen en ineens zag ik de troepen van de Vuurnatie vechten tegen die van het Aarderijk. 'Explosie?' vroeg ik. 'Ben je helemaal gek geworden!' riep Luca door de herrie. 'Eigenlijk de laatste tijd ben ik wel veranderd'. 'Dat boeit me niet!' 'Ik kan je ook in 1 klap vermoorden!' riep ik toen terug en ineens was Luca stil. Ik stuurde een explosie af op het leger van het Aarderijk en iedereen ging schreeuwen. Luca stuurde allemaal rotsen en toen was het de Vuurnatie vs het Aarderijk vs Luca en Yushi. Ik stuurde explosie's op het leger van het Aarderijk en Luca schoot rotsen. 'Weg!' riep ik en ik trok Luca mee. We kwamen aan bij een klein strand. De troepen van het Aarderijk en de Vuurnatie vielen naar beneden. Ze struikelde over rotsen, liepen op losse stenen en struikelde over takken die uithingen. Toen kwamen er Watermeesters. 'Het is over, kind criminelen' zei de Kolonel van de Vuurnatie. 'Niks daarvan!' riep de Kapitein van het Aarderijk leger. 'Kies aan welke kant je staat, Aarderijk' zei de leider van de troepen van de Waterstam. 'Ik kies...' zei het Aarderijk Kapitein. 'Genoeg!' riep ik en ik stuurde een explosie op de troepen van het Aarderijk. 'Luca!' riep een soldaat. Luca schoot 3 rotsen op de Waterstam krijgers en ik rende naar een boom en ik stuurde explosie's op het leger van de Vuurnatie. Ineens stond er een Aardmeester achter me, schoot een rots op me hoofd maar ik bukte net. 'Woah, niet zo snel!' riep ik. De Aardemeester ging even lachen en stuurde rotsen op me. Explosie sturen was zelfmoord en ik kreeg toen een rots tegen me buik aan en ik viel toen bij de voeten van Luca. 'Het zijn er teveel' riep Luca. 'Watje' snauwde ik. Ik stuurde een explosie op een boom en die viel op het leger van de Waterstam. Ineens stormde er 10 krijgers op me af. Ik pakte de speer af, gooide een speer in zijn hoofd en ik pakte zijn schild af en ik gooide het schild op een andere Waterstam krijger. Toen ik net het vuur wilde openen riep toen een Waterstam krijger 'Yushi?' en de Waterstam krijger ontweek net de explosie en het explosie knalde tegen een boom aan. 'Ben jij het? Rolf?' vroeg ik. 'Ja, ik ben het' en toen Rolf naar me toe wilde lopen werd hij tegengehouden door zijn leider. 'Hij is niet te vertrouwen' zei hij. 'Jij bent niet te vertrouwen!' riep Rolf en hij stuurde 4 rotsen af op de baas van Rolf. Toen hield Luca 5 rotsen uit het grond. 'Waag het niet' fluisterde hij. Toen een Vuurmeester het vuur wilde openen stuurde Luca een aardpilaar onder zijn voeten waardoor hij tegen een boom aanviel. 'Dat gebeurt er'. 'Gast, relax' zei Rolf. 'Nee' fluisterde Luca en hij schoot 1 voor 1 rotsen op Rolf. Rolf viel tegen een boom aan en toen Luca het laatste rots op Rolf wilde sturen stuurde ik het rots kapot met me explosie. 'Wat doe je? Je weet dat het een vijand is!' riep Luca. 'Geen vijand van mij' en ik liep naar Rolf toe. Toen een Waterstam krijger het punt van zijn speer in me hoofd wilde stoppen pakte ik zijn speer af en ik gooide zijn speer in het water. Toen ik net een explosie op de troepen van de Waterstam wilde sturen rende er een Vuurmeester ervoor en doofde het explosie. 'Wacht, ik wil bij jullie komen!' riep toen de Vuurmeester. 'Je bent net zo'n Vuurrat als de rest van je soortgenoten!' riep ik en een waterspeer werd naar me hoofd gestuurt, maar ik blaaste de Watermeester op. 'Nu wegwezen!' riep ik en Luca volgde me in de bossen.  

Hoofdstuk 3 Yu Yan schutters[]

we kwamen aan bij een open plek midden in het bos. 'Iemand volgt ons' zei ik. 'Die explosie sturen hebben je hoofd gewoon kapot gemaakt' zei Luca. 'Neem het terug of ik dood je'. 'Oke, sorry. Ik ga het bos in om eten te halen' zei Luca en hij liep het bos in. Ik keek om me heen. 'Iemand volgt me zonder gedood te worden!' riep ik toen ik het gevoel weer kreeg en ik schoot een explosie op een boom. Ineens kreeg ik pijlen naar me toe geschoten. 'Yu Yan schutters, ik ken jullie. Pittige gasten zijn jullie'. 'Vast' riep een Yu Yan schutter en hij schoot pijlen op me af. Ik blies ze af van hun boom en ze vielen op de grond. Ik stuurde een explosie op ze en opeens werd het een bloedbad. Toen ik de volgende Yu Yan schutters uit de boom wilde blazen riep 1 van hen 'Wacht!'. Ik stopte met vuren en hij viel op de grond en gaf mij een brief. 'Dit moest ik juist geven, wij zijn van de Waterstam. Onze baas, vermoed dat we in de toekomst voor de Vuurnatie moeten werken. 'Willen jullie ook sterven?' riep ik. 'Zoniet, ga weg!' riep ik en ik stuurde een explosie op ze. Toen kwam Luca en vroeg: 'waarom is het een bloedbad?' 'Yu Yan schutters' zei ik en we liepen door de bos en we kwamen een Vuurmeester tegen en die rende als een vuurpijl weg. Ik en Luca achtervolgde hem. 'Stop!' riep Luca maar hij weigerde te stoppen. 'Als je niet stopt krijg je een explosie in je achterhoofd!' riep ik en hij stopte. 'Wacht, jij bent het!' riep de Vuurmeester. 'Ik wil bij jullie aansluiten, ik ben ook een vluchteling' zei de Vuurmeester en hij schoot een paar vuurstralen de lucht in. 'Zolang je ons niet aanvalt, doden wij jou niet' zei Luca en we liepen verder.

Hoofdstuk 4 Kind-Criminelen[]

We kwamen een stad tegen. We liepen de stad in en toen zei de Vuurmeester 'Ik ben trouwens Mo Min Tu'. 'Boeit mij niet' zei ik. 'We moeten ergens kleren verwisselen?' zei Luca. We liepen een steegje in, we klommen over een hek en we liepen even verder. We zagen 3 mensen praten. 'Komop, Kasan kan echt iets missen, die criminelen hadden onze winkels in de fik gestoken!'. 'Maar ze zijn kinderen, en de vrouw van Kasan is zwanger' zei de andere en we liepen verder. We kwamen bij het station. Het leek er erg verlaten. We klommen over een wagon. Opeens kwam er een trein aan en we sprongen naar voren. We liepen verder en we kwamen een groot villa tegen. 'Hier zullen we vast kleren vinden' zei ik. 'Maar als er mensen zijn?' zei Mo Min Tu. 'En als er geen mensen zijn? Zijn we voorniks op het dak geklommen' zei ik terug. 'Klimmen is niet nodig' zei Luca en hij stuurde een aardpilaar onder onze voeten en we kwamen op het dak. Ik opende het raam en we sprongen erin. 'Er is niemand thuis blijkbaar' zei Luca. 'Ik zei je toch!' riep ik. 'Sorry hoor!' riep Mo Min Tu en we liepen rond. 'Hier zijn kleren!' riep Luca en we rende naar Luca toe. Ik pakte een rood T-shirt en een rood broek met een zwart riem. ik deed ook nog een soort rood vestje erom heen en ik ging toen me riem erom heen doen. Ik liep naar de badkamer toe en ik kleed me om. Ik pakte een zak en  ik gooide me Waterstam kleren in. 'Eens zoeken naar schoenen' zei ik terwijl ik rond liep. Ik pakte een paar lange Vuurnatie schoenen die zwart waren met snavels. 'Goed, ik ben helemaal omgekleed' zei ik. Luca kwam met een grijs shirt, een groen broek en een paar bruine schoenen en een rood sjaal. 'Man, wat voel ik me hierin raar' zei Luca. 'We nemen wat eten mee en dan gaan we' zei ik toen Mo Min Tu naar ons toe liep. We liepen de trap af en Mo Min Tu gooide een paar bakken noodles in en wat vlees en wat brood erin. 'We gaan' zei Mo Min Tu. We liepen naar de gang en toen kwamen een paar kinderen. 'Wij zijn criminelen!' riep een jongen. 'Kind crimineel' zei ik. 'Jullie hebben Mo Min Tu, wij willen haar!' riep een meisje toen. 'Waarom bemoeien jullie met onze zaken, kind-crimineel?' zei ik. 'Laat maar, we blazen ze op of we laten ze verhongeren in de kelder. Jullie keus' zei Luca. 'Mo Min Tu, aan welke kant kies je?' riep een jongen van ongeveer 15 jaar. 'Ik kies....'. 'Genoeg! Jullie zitten in een heel krappe ruimte en jullie gaan dus makkelijk dood!' riep ik en ik stuurde een explosie op het dak en alles viel naar beneden. Het hele huis trilde, vazen, potten en foto's vielen van kasten en muren. Toen viel de badkamer op de kind-criminelen en alles storte in elkaar, ik stuurde voor de zekerheid nog een explosie en we vielen naar achteren tegen een muur. 'Weggaan!' riep Luca door de herrie, terwijl ik het aarde van me haar afveegte. Ik ging het hele huis exploderen terwijl Luca een uitweg maakte. 'Kom!' riep Mo Min Tu en we rende het gang in. 

Mensen, als jullie het denken, Yushi heeft geen derde oog. Hij maakt met zijn handen explosies.

Hoofdstuk 5 Gevangen[]

We kwamen weer bovengronds. Toen kwamen er een paar mannen en vrouwen naar ons toe. 'Daar hebben we ze!' riep een vrouw. 'Pak ze!' en de mannen stormde op ons af. 'Stuur explosie!' riep Mo Min Tu. 'Dat is zelfmoord!' riep ik. Luca stuurde rotsen en Mo Min Tu schoot vuur, maar opeens werden we van achteren gepakt. 'We brengen ze naar de ijzige toendra' zei de vrouw en we werden mee gesleurt in een schip. Daar werden we in een kamer gegooit met heel dik ijzer. 'Dat is mooi, nu zitten we hier wel eventjes' zei Luca. 'Kan je geen metaal buigen?' vroeg ik. 'Nee, en explosie sturen is zelfmoord en het ijzer is super dik' zei Luca. Na een paar uurtjes kwamen we bij de Noordelijke Waterstam. Opeens werden hoorde we knallen van Vuurballen. 'We worden aangevallen door het Aarderijk!' riep een Matroos. We vielen tegen het muur aan. Opeens voelde het alsof we zweefden. 'We gaan denk ik sneller!' riep Mo Min Tu. Opeens knalde we tegen een ijsmuur aan bij de stad van de Noordelijke Waterstam en we werden naar boven gegooit en we kwamen in het toendra. Daar waren een paar Watermeesters en we werden mee gesleurt naar een ijzere cel. Na 15 jaar hoorde we knallen. 'Wat zou het zijn?' vroeg ik. 'Aanval?' zei Luca. 'Komop, ik hoop dat iemand ons komt bevrijden' zei ik. 'Ik voel dat ze hier heen komen!' riep ik toen. Toen hoorde we een paar geluiden dichterbij komen. Opeens werd onze deur open gesneden. 'Orro?' vroeg ik. 'Yushi, mooi om je weer te zien' zei Orro en hij sloeg onze boeien kapot met zijn speer. 'Hoe kan je goed vechten?' vroeg ik. 'Geleert' en we liepen onze cel uit. Toen zagen we dat er ook een bloedbad was. 'Man, ik heb lang haar. Ik ben pas 29!' riep ik. 'Het is weer 84 NSK' zei Luca. We liepen een trap omhoog en daar stond een vriend van Orro te wachten met een schip. We rende ernaar toe, sprong van een klein heuveltje naar beneden en rende het schip op. Toen kwamen er tientalle bewakers. 'Stop!' zeiden ze toen we net het schip op liepen. Ik stuurde een explosie op ze en ik rende het schip op en ik stuurde nog een explosie op ze. 

Hoofdstuk 6 Vuurmarine aanval[]

We vaarde uren. 'Man, wat was het in dat cel vervelend' zei ik. We waren ergens midden op zee. Opeens kwamen er Vuurballen. Ik schoot 2 Vuurballen kapot met een explosie toen ze bijna op onze schip kwamen. 'Volle kracht vooruit!' riep Orro. We zigzagte door de Vuurballen heen en toen kwamen er 3 Vuurnatie Schepen tevoorschijn. 'Ze zijn niet bepaald blij' zei Mo Min Tu. Ik stuurde een explosie op de toren van een Vuurnatie Schip en die viel toen op de troepen. Ik werd opeens geraakt door de vuur en ik viel toen het kajuit in. Ik krabbelde overeind en ik rende het dek weer op. 'Hoe moeten we ze tegenhouden?' riep Luca. 'Het is een windstilte!'. Ik stuurde een explosie op de katapult van een Vuurnatie Schip. Opeens werd onze zeil geraakt en er kwamen toen nog een Vuurnatie Schip. 'Hoe komen we hier weg?' riep Mo Min Tu. 'Het is onmogelijk!' riep Orro toen. Opeens werd onze schip geraakt en het schip dreigde om te vallen. Ik schoot een explosie op een Vuurnatie Schip en die werd in 2 stukken verdeeld en viel ook in het water. Opeens werd onze schip nog een keer geraakt en het schip viel om. 'Aah!' riep ik en ik sprong het water in. Ik zwom zo snel als ik kon naar een Vuurnatie schip en ik klom omhoog. Toen rende ik naar het voorkant van het dek en daar zaten 18 soldaten. Ik stuurde een explosie en 8 mensen vielen van boord. Er kwamen 2 Vuurstoten op me af. Ik maakte een koprol opzij en ik schoot een explosie naar ze toe. Het boog werd toen geraakt en viel het water in. Ondertussen kwam Orro, Mo Min Tu en Luca aanboord. Ik stuurde 2 explosie's en de rest van de bemanning ging toen dood. Ik klom een trap op en ik kwam aan bij een balkon bovenin het toren. Ik sloeg de stuurman in het water en ik nam het roer. Ik draaide aan het roer en ik knalde tegen een andere Vuurnatie schip aan en die viel om, en een andere Vuurnatie schip beukte ons en ik viel uit het raam in het water. Ik zwom naar het anker en ik klom omhoog. 'Aargh, dit doet pijn!' schreeuwde ik. 'Vertel mij wat!' riep Luca en ik stuurde een explosie op het Vuurnatie schip en die viel stuk voor stuk uit elkaar. 'Er zit een katapult op hrt schip' zei Orro en er kwam een katapult uit het dek naar boven. Mo Min Tu stak het vuurbal aan en Luca sneed het touw los en het vuurbal viel op een rots. 'Zo scheel?' riep ik. 'Sorry hoor!' riep Orro en ik stuurde een explosie en weer een Vuurnatie schip viel tegen een rots en ik klom weer bevenin het toren en ik trok aan het roer. We vaarde weg en ik trok aan het roer naar bakboord. 'We varen om het Aarderijk naar de Noordelijke Luchttempel!' riep ik en ik zette volle kracht vooruit. De rest kwam ondertussen ook naar boven en zeiden 'Dit is wel een mooi bonusje'. 'We gaan naar de Noordelijke Luchttempel' zei ik.

Hoofdstuk 7 Chey[]

Ik draaide aan het roer en ik stopte bij een houten haventje. 'Wat was dat vervelend' zei ik en we liepen een winkeltje in. 'Hey, jij bent die kind die mij achtervolgde met je kongfu!' riep ik. 'Ehh, je verwart je vast met iemand anders' zei het kind toen. 'Nee, we zagen je met een paar mannen. Ik, Ding en Rolf waren er' zei ik toen. 'Wat heb je gedaan?' riep zijn moeder. 'Die gast is gek, kijk naar zijn kleren' zei die toen. 'Wauw, mooie leugenaar' zei ik. 'Mensen, er staan Vuurmeesters het dorp aan te vallen' zei Luca toen. 'Ze komen vast voor ons, we gaan' zei Mo Min Tu. 'Ik en Luca houden ze tegen. Orro en Mo Min Tu gaan vluchten. 'Ik wil mee!' riep het kind en zijn moeder. 'Best' zei ik. 'Er staat een koets achterin het winkel, daarmee kunnen we gaan' zei het moeder en ze rende weg. 'Kom mee' zei ik en ik sloeg het deur open en Luca schoot rotsen op de troepen. Ik stuurde een explosie en het bloed spatte uit elkaar. Ik explodeerde een huis waardoor die steen op de troepen vielen. 'Wij vechten mee!' zeiden een paar Aardmeesters van het dorpje en ze stuurde allemaal keien. Ineens rende er tientalle Vuurmeesters op me af. Ik rende naar een paal, klom erop en er rende een soldaat met een speer op me af. Ik bukte en ik sloeg het punt van zijn speer eraf en ik gooide hem in een bak fruit. Toen rende er 5 Vuurmeesters op me af. Ze stuurde 4 Vuurballen op me af. Ik sprong van het dak af en ik stuurde een explosie op ze af. Ineens werd ik gepakt door een Aardhand en werd ik tegen een deur geduwt. 'Jij bent een Vuurmeester, ons vijand' zei die toen. Ik krabbelde overeind. 'Oh sorry, ik verwarde je met een ander' zei die weer en hij maakte een schans. Ik sprong erover heen en ik viel toen tegen een soldaat aan. Ik pakte zijn zwaard af en ik stak het zwaard in zijn hoofd. Toen werden de Aardemeesters gevangen genomen. 'Kom Luca!' riep ik. We rende naar een gebouw. Ik stuurde nog een explosie op ze af en ik en Luca sloegen de deur open en we rende naar het dak. Ineens kwam een man met granaten. 'Volg mij!' riep hij en hij gooide een granaat naar beneden het gebouw in en ik stuurde nog een explosie en het gebouw viel om. 'Springen!' riep de man en we sprongen toen op een ander huis. We gleden van een dak naar beneden en ik stuurde een explosie door een muur en we rende er doorheen. Ik stuurde nog een explosie naar achteren en we rende het bos in. Even later hijgde de man. 'Komop, kan je echt niet verder?' zei ik. 'Ik ben ook moe' zei Luca. 'Ik weet niet hoe je het leger in bent gekomen, door gebrek aan conditie!' schreeuwde ik. 'Ik ben Chey, ook gedeseteurt' zei de man toen. 'Je vind het vast gek als ik me niet op me gemak voel' zei ik. We liepen even verder en we kwamen een klein tent tegen. Toen kwamen er mannen met speren die halfnaakt waren. 'Waarom zijn jullie zo halfnaakt?' vroeg ik. 'Kopdicht' zei die toen. 'Neem het terug' 'Echt niet'. Toen ik net me hand wilde uitsteken werd me hand vastgepakt door Chey. 'Niet doen' zei die. Ik trapte in zijn buik en die viel tegen een boom aan. 'Jij kent mijn kracht niet!' riep ik. 'Yushi, stop!' riep Luca. Ik stak me vuist in zijn mond en ik explodeerde die mannen. 'Snel weghier!' riep Luca en hij trok aan me hand, maar toen kwam een man met grijs haar uit een tent. 'Wie zijn jullie?' riep de man. 'Doet er niet toe, je leerling Zhao is opzoek naar je!' loog ik en ik stuurde een explosie naar hem toe en we rende weg.

Hoofdstuk 8 Mo Zin Tu en Orro opzoeken[]

We liepen door het bos. 'Waar moeten we nou heen? Jij kan het beter 36 jarige' zei ik. We kwamen bergen tegen. 'Achter de bergen zit een dorpje, daar zouden ze kunnen zitten' zei Luca en we klauterde over losse stenen. Even later kwamen we een rivier tegen. 'Ik ga niet zwemmen als je dat denkt he!' riep ik. 'Ik wel!' riep hij en hij zwom met zijn kleren door de rivier. Ik rende langs het rivier en we liepen even verder door het platteland. 'Daar, de Mistige Palm Oasis' riep Luca en hij wees naar het zand dorpje. 'Wauw, saai' zei ik. We liepen het dorp in en bij een restaurant stond hun koets. We liepen de restaurant in en daar zaten Mo Zin Tu en Orro en het kind en het moeder een vruchtensapje te drinken. 'Ik heb 2 kamers voor jullie geregelt' zei het moeder toen. 'Bedankt' zei Luca en we gingen erbij zitten. 'Laten we maar even naar onze kamers gaan, even zien hoe het eruit ziet' zei Mo Min Tu en even later kwamen we aan bij onze kamers. '2 Bedden en een kast, wauw' zei Orro. Ondertussen werd het nacht. Ik keek uit het raam en ik zag een peloton Aardmeesters de kamers aan het onderzoeken. 'Verstoppen' fluisterde ik. Een Aardmeester keek door onze raam en sloeg het muur kapot. Alles viel kapot en toen zei de Aardmeester 'Hier is hij!'. 'Man, ik ben moe. Kan ik niet even slapen?' zei ik. 'Doe dat maar in de gevangenis als we onze zakgeld krijgen' zei hij. 'Waarom gaan we niet naar Ba Sing Se?' zei ik. 'Ik weet zeker dat de Aardkoning veel betere poen aan je geeft dan 1000 goudstukken' zei ik. 'Denk aan een mooi huis, een mooi vrouw en miljoenen goudstukken' zei ik. 'Mond dicht!' riep hij. 'Neem het terug' fluisterde ik. 'Nee' zei hij en ik stuurde een explosie. 'Ik haat het om vluchteling te zijn, ik verkleed me en ik word nogsteeds herkent!' riep ik. Opeens kreeg ik een lange snee van me arm naar me nek. Orro kwam en hij duelleerde met de zwaard vechter. Luca ging tegen een Aardmeester vechten en ik ging tegen hun Kapitein vechten. Ik stuurde een explosie maar ik werd toen naar achteren geschoten. Ik schoot een explosie en ik klom over een huis. Ik kreeg een rots naar me hoofd toe gegooit. Ik maakte een koprol naar links en ik rende over een dak. Ik schoot een explosie en die viel van de daken af. Opeens werd ik naar achteren geschoten door een Watermeester en ik viel tegen een muur aan. Ik ontweek een ijspegel en ik ontweek de ijspegels die naar me toe werden gegooit. Ik stuurde een Explosie naar de Kapitein en die viel in het ijs. Ik stuurde een explosie naar de Watermeester maar die maakte een waterschild en ze stuurde ijspegels naar me toe. Ik sloeg een ijspegel kapot en ik explodeerde haar Waterschild en ze viel in een kamer. Ik stuurde een explosie op de Zwaardvechter die Orro aan het bevechten was en die gooide toen een zwaard bijna door me hand. Opeens werden er ijspegels naar me gegooit en ik zat toen vast aan het muur. Orro gooide een speer naar me toe en ik sloeg de ijspegels kapot en ik gooide zijn speer terug naar hem. Ondertussen kwam de Kapitein weer en hij stuurde 3 rotsen op me af. Ik ontweek 1 rots, ik blaaste 1 rots kapot en ik kreeg een rots in me buik. Ik sprong van het dak af en de Kapitein kwam met een aardpegel naar me toe rennen. Ik rende naar een muur en ik maakte een radslag en ik explodeerde perongeluk het Aardpegel en ik viel tegen een gebouw aan. Ik stond op en er werd toen nog een rots tegen me arm aan gegooit en ik viel toen in 1 klap als een pudding in elkaar. 'Je vrienden zijn bewusteloos. Ik lever je uit aan de Aardkoning tochmaar en je word vermoord, ik krijg die beloning' zei de Kapitein en ik viel toen bewusteloos neer;

Hoofdstuk 9 Ba Sing Se[]

Ik werd wakker op een struisvogelpaard toen we bij de Binnenmuur waren van Ba Sing Se. Ik had overal pijn en ik zat strak met me boeien over me pols en me benen. 'Josan, til hem op. We zijn bij de Koninklijk Paleis'. Ik werd toen opgetilt en we kwamen het Koninklijk Paleis in. 'Goed, ik ben Long Feng. Fijn dat jullie hem hebben opgepakt. Hij is een vijand van het Aarderijk en een verrader van de Waterstam'. 'Laat het niet aan de Aardkoning zien, ik wil dat de Vuurnatie ons land kapot maken' en ik werd in me cel gegooit. 'Hier, je geld' hoorde ik. Ik ging zuchten. Als ik genezen ben ga ik de deur openbreken met een explosie dacht ik bij me zelf. Na 3 uur was ik weer fit en ik schoot een explosie door de tralies van de deur en bijna alle deuren en muren explodeerde toen Long Feng en 2 Dai Li agenten kwamen. 'Pak hem!' riep Long Feng. Ik schoot de Aardhandschoenen kapot met een explosie en ik stuurde nog een explosie voor hun voeten en ze vielen op het plafond. Ik ging toen snel het gang door rennen, schoot nog een explosie naar achteren een ik rende het trap op. Ik snelde naar een deur en ik rende het trap af van het Koninklijk Paleis. Ik schoot een explosie op de pilaren voor het Paleis en het ingang werd geblockeert. Ondertussen schoten allemaal Aardmeesters rotsen op me terwijl ik sprintte naar het muur. Ik keek snel om, ik stuurde een explosie en rende weer snel weg. 'Grijp ze!' riep iemand en er kwamen 2 Struisvogel paarden. Ik sloeg iemand van zijn Struisvogelpaard af en ik reed naar de Muur. Ik stuurde een explosie door de muur en ik stapte af en rende door het mist. 'Gefaalt!' hoorde ik nog stemmen achter me. Ik schoot 3 explosies naar achteren en ik kwam toen Orro tegen. 'Hierheen!' riep Orro en hij sleurde me naar een huis. Daar waren Mo Zin Tu en Luca. 'Hoe ben je ontsnapt?' riep Luca toen ik naar ze toe rende. 'Explosies joh' zei ik terug. 'We moeten echt weg! Ik heb een koets gestolen van een rijke man' zei Luca en we rende naar de koets. We stapte in en Mo Zin Tu trok aan de touw en de Struisvogelpaarden sprintte naar voren. 'Man, ik heb een litteken van me arm naar me nek, een groot wond op me pols en een paar sneëen' zei ik. Toen kwamen we bij de Buitenmuur van Ba Sing Se. 'Doe de ding!' riep Luca en ik schoot een explosie door de muur en we reden erdoor. 

Hoofdstuk 10 Geen geld[]

We kwamen aan in een houten haven. 'Het gaat stormen! Kijk naar de lucht!' riep een man. 'Ach, boeie, dan kies ik wel een ander Matroos.' zei de andere. 'Ik betaal hem desnoods dubbel om te werken!'. We liepen naar een winkel toe. We stopten wat eten in het mand en toen zei Orro 'Euh, onze geld is op'. 'Ohnee! Dit is een nachtmerrie!' riep Luca. 'Stel je niet zo aan, je bent 36 jaar oud en dan ben je nog kinderachtig!' riep ik. Ik gooide het mand terug naar het mevrouw en we liepen terug naar de haven. 'Wat moeten we nu doen?' zei Mo Min Tu. 'Een baantje zoeken slimmerd' zei ik en Mo Min Tu rende naar de visser toe. 'Ik wil werk, u betaalt toch dubbel?'. 'Wie zei dat ik dubbel betaalde? Luister jij me soms af?' riep de visser terug. 'Ja, dat zei u maar ik luisterde u niet af. Ik hoorde je'. 'Oke, we maken een deal' zei de visser. 'Ik wil ook meewerken' riep ik. 'Aangenomen!'. 'Ben je mal? Je word na 4 minuten gek van die lui' zei Orro. '2 Keer betaalt en we hebben geld toch nodig?' vroeg ik en ik rende naar het boot toe en we vaarde het zee op. 8 Uur later stonden Orro en Luca bij de haven en we kregen wat geld en we liepen verder.

Hoofdstuk 11 Bij de Vuurnatie leger[]

'Ben je gek geworden!' riep Orro. 'Kan werken' zei ik terug. 'We infiltreren de Vuurnatie leger en dan vermoorden we de Vuurheer'. 'Ik stem er in!' riep Mo Min Tu. 'Yushi en Mo Min Tu gaan, wij zijn geen Vuurmeesters' zei Luca. 'Mo Min Tu, schiet een Vuurbal op me rechter wang' zei ik. 'Waarom?' 'Om niet te herkent te worden! Het is dan te gevaarlikk dommie'. Mo Min Tu schoot een kleune Vuurstoot in me rechter wang. 'Aahrg' schreeuwde ik uit van de pijn. Ik trok een doek uit de hand van Orro en ik deed er een touw omheen zodat ik me hand er niet bij steeds hoefde te houden. 'Hoe komen we de Vuurnatie in? We moeten nog langs de grote poorten van Azulon' zei Mo Min Tu. 'Daar heb ik aan gedacht. We varen helemaal om de Vuurnatie heen en dan gaan jullie stiekem de vulkaan in en dan gaan jullie Soliciteren bij het leger. Ze hebben extra mankracht nodig voor de steden dichtbij Ba Sing Se te veroveren' zei Luca. 'We gaan' zei ik en we rende het boot op. 'Zie jullie ooit nog eens!' riep Orro toen de boot wegvaarde. 'We laten een bericht achter waar we dan zijn hier op het haven'. 

12 Dagen later

'Yushi, we zijn bij het hoofd eiland van de Vuurnatie!' schreeuwde Mo Min Tu me wakker. Ik stormde het dek op en we vaarde om het eiland. Toen we achter het eiland kwamen sprongen we uit onze schip en ik stuurde een explosie op het schip en die zonk naar beneden. 'Wat doe je?' vroeg Mo Min Tu. 'Ik wil niet dat iemand het ontdekt, anders zijn we er geweest'. 'Ik hoop dat je weet wat je doet, er is geen weg terug dan meer'. Even later kwamen we aan bij de Vuurnatie Hoofdstad. 'Naam' zei een bewaker. 'Wij willen Soliciteren als soldaat' zei ik. 'Naam' vroeg de bewaker weer. 'Ik heet euh... Mali' loog ik. 'Jij naam, meid' 'Ik heet Cho Lang' loog Mo Min Tu. 'Oke, kom maar even mee het melden aan Vuurheer Azulon' zei de Bewaker en hij liep het paleis in en we volgde hem. 'Excuses mijn heer, deze 2 mensen willen soliciteren om een soldaat te worden'. 'Verlaat het kamer.' zei Vuurheer Azulon en een man met een bakkenbaard verliet het kamer. 'De man heeft Mali en de vrouw heet Cho Lang'. 'Leeftijd' zei Vuurheer Azulon. '29' zei ik. '27' zei Mo Min Tu. 'Goed, mijn Kolonel gaan jullie les geven. De rest, verlaat de kamer! Kolonel Sho Jing, kom hier! Ik heb nieuwe Rekruten voor u' zei Azulon. 'Komen jullie even mee' zei de Kolonel en we volgde hem. 'We hadden de kans om hem net te vermoorden' fluisterde Mo Min Tu tegen me. 'Nee, we verraden ze. We bouwen een nieuw bestaan op. Ik heb geen zin om steeds te vluchten'. Ze gaf een kort knikje terug en we kwamen aan bij een groot zaal. 'Soldaten, in de houding!' riep de Kolonel. We stonden toen rechtop met onze hand voor op onze hoofd. 'Goed, we gaan trainen!' riep de Kolonel. 'Iedereen mij volgen!'

Hoofdstuk 12 De training[]

We liepen een klein gang door. 'Uniformen aantrekken!' riep de Kolonel. We pakte allemaal een uniform en we trokken die aan. Ik legde me kleren op me matras. 'Vandaag gaan we leren om op een Komodo Neushoorn te rijden. Iemand verstand van?' Niemand hield hun handen omhoog. 'Dan leren jullie het!' riep de Kolonel en we liepen naar buiten. 'Wie eerst?' zei de Kolonel. Ik stak als enigste me hand op. 'Oke, Mali.'. 'Komop, wees niet zo bang!' riep ik. Ik klom op een Komode Neushoorn en ik trok aan het touw. 'Zo moeten jullie zijn, soldaten. Niet bang zijn zoals Mali!' riep de Kolonel toen ik rondjes reed met een Komode Neushoorn. Even later stapte ik van de Komode Neushoorn af en de rest ging toen. Toen iedereen klaar was riep de Kolonel 'Wie wilt er dan nog bij de Marine?'. Niemand stak zijn hand op. 'Goed, dan gaan we ons bezig houden met een speer vechten.'. De Kolonel gooide speren naar ons en we vangde ze. 'Eigenlijk, ben ik een Vuurmeester' zei ik en Mo Min Tu toen in koor. 'Oke, geef mij jullie speren terug. Jullie gaan 2 deuren rechts het gang in bij Kapitein Kioko' en we liepen naar Kapitein Kioko. 'Goed, nieuwelingen. We gaan heel precies richten'. Toen liep Mo Min Tu naar me toe. 'Je kan toch niet normaal Vuursturen?' fluisterde Mo Min Tu in me oor. 'Ik probeer het, als er een explosie uit komt, moeten we vechten om onze botten nog te houden'. 'Iedereen, in de houding! Onthoud: Vuurmeesters staan altijd sterk op hun voeten. Richt op het bord en op je Vuursturing.' zei de Kapitein. Ik schoot toen een klein straaltje vuur uit me vingertoppen op het punt van het bord. Na 4 uur trainen kwamen we bij onze matrassen. 'We moeten nu de Vuurheer doden, ik kan Orro en Luca niet achterhouden' zei mo Min Tu. 'Ik vermoord jou nog als je door blijft zeuren'.  Toen kwam de Kapitein. 'Heer Mali, u bent geopromofeert tot Luitenant van de Landtroepen' en liep verder.

Hoofdstuk 13 Yushi de Generaal[]

Het was inmiddels 6 jaar later. Ik schoot hoog in de rangen naar Kolonel terwijl Mo Min Tu bleef hangen bij Kapitein. 'Aargh!' riep Mo Min Tu. Hij smeet een paar stokken op de grond toen. 'Ik wil weg hier!' en Mo Min Tu sprong uit het raam en stal een boot en vaarde toen weg. Ik zuchtte even en toen kwam Vuurheer Ozai, 2 Jaar geleden is Vuurheer Azulon overleden en Vuurheer Ozai gekroont. 'Mali, je wordt gepromofeert tot Generaal'. 'Dit verdien ik niet, ik dacht dat ik maar een simpele soldaat was' zei ik. 'Je verdient het'. Alle gedachtes zweefden door me hoofd en na een minuut zei ik heel droogjes 'Ja'. 'Gefeliciteert! De Aardemeester dreigen een aanval op de Wu Xin provincies, ons terrutorium. We moeten ze beschermen. Kom meteen naar het krijgskamer. We liepen het Krijgskamer in. Ik ging zitten op een kussen en Generaal Buijing zei wat. Een half uur later liep een Luitenant naar me toe. 'Je bent door bevel van Vuurheer Ozai de vloot moeten verdelen met Admiraal Zhang.' en we liepen een kamer in. 'Goed, er zijn 2 vloten. De eerste vloot vertrekt vandaag middag om 6 over 3. De tweede vloot als volgt vertrekt om Kwart voor 5 als er iets fout dreigt te gaan' zei ik 'De Eerste vloot woord door Generaal Mali en Luitenant Mushi geleid. De tweede vloot door mij en Kapitein Kioko' zei Zhang. De helft van de troepen liepen naar een gang met een bord daarop: Vloot 1. Ik wees 4 mannen aan. 'Jij jij en jij gaan op die schip' en de rest ging verder. De rest gingen naar hun boten. Ik liep een groot vlaggenschip op die speciaal voor mij was gebouw een half jaar terug. Even later vaardde we de Vuurnatie uit. 'Generaal Mali, weet u misschien wat er met de vluchtende Explosie sturende man is gebeurd?' vroeg Luitenant Mushi. 'Eh, nee, ik denk het niet' zei ik. Ineens rende er een soldaat naar ons toe. 'De Wu Xin provincies bij het water van de Aarderijk word aangevallen door Aardmeesters.' zei de soldaat. 'Zeg tegen onze geachte Kolonel dat we over een uurtje bij ze zijn.' zei ik terug. De soldaat rende weer naar binnen en riep wat. Een uurtje later zagen we land met heel veel herrie. 'Leg de katapulten klaar!' riep ik. Ineens gingen alle Katapulten naar boven. 'Op mijn teken, vuur!' riep ik. 'Generaal, misschien konden we stilletjes naar binnen sneaken inplaats van luid gaan aanvallen' zei de Luitenant. 'Ze verwachten het nooit, dus we vuren!' riep ik. Even later kwamen we aan land. 'Geef door dat de troepen van de schepen moeten gaan, de Komodo Neushoorns klaar moeten leggen'. Luitenant Mushi rende naar binnen het kajuit in en ik liep naar het ruim. Ik stapte met een Komodo Neushoorn op en 7 troepen met een Komodo Neushoorn volgde me, en opeens ging de boog open. 'Klaar, aanvallen!' riep ik en iedereen stormde het schip af. Ik mag niet Explosie sturen, net als die andere 6 jaar. Als ik dat wel doe, ben ik er geweest dacht ik bij mezelf. We reden Tu Zin binnen. Ik kreeg bijna een rots tegen me hoofd maar ik sprong nog net van de Neushoorn af. De troepen stormde het muur door en opeens zakte een paar door het drijfzand. 'We zijn erin getrapt, loop erdoor heen! De Aarderijk zal overal mijnen neerleggen' riep ik. Ik stuurde een lange Vuurstraal op een Muur af en die viel uit elkaar. Ineens hoorde ik iemand me raam roepen, en ik wist weer wie het was. Ik stuurde 3 Vuurstralen tegelijk af op 1 vijand en die viel tegen een raam. Ik sprintte een naar een muur en daar vond ik opeens Luca die boos was. 'Herken je mij nog?' riep Luca door de herrie heen. 'Luca, ik mag je niet meer!' riep ik en ik stuurde perongeluk een explosie en alles waaide weg. Opeens kreeg ik een speer net boven me schouder van een Aarderijk soldaat. 'Ik heb je!' riep hij. Ik pakte zijn speer af en ik probeerde zijn hoofd te raken maar toen pakte hij nog een zwaard van zijn rug. Hij probeerde de punt van me speer af te slaan maar dat lukte hem niet. Ik sloeg de punt van het speer in de grond, ik steunde erop, maakte een draai en ik stuurde een Vuurstraal op hem af en die viel tegen 2 anderen aan in een speer. 

Hoofdstuk 14 Mezelf bekend gemaakt[]

'Generaal, we zijn aan de winnende hand!' riep de Kolonel. Een dag later vluchtte de Aardmeesters. 'Ik bouw hier een fort' zei ik. Ineens kwam de Luitenant naar me toe en keek even naar me. 'Wacht eens even, jij bent die Explosie sturende man!' riep Mushi toen. 'Je verward je vast met een andere' zei ik. 'Nee, zelf niet liegen!' riep hij. 'Niks van weten!' riep ik en ik stuurde een explosie op de Luitenant. 'Pak hem!' riep de Kolonel. Ik sprintte zo snel als ik kon naar me schip. Ik rende de toren op en ik nam het roer. Toen ik net wegvaarde kwamen er kleine Aarderijk schepen. Ze botsten tegen mijn schip en ik ging toen opeens heel snel draaien. 'Dankje!' riep ik en ik vaarde snel weg. Even later kwam ik in de Vuurnatie. Ik liep een grot in om te schuilen en opeens stond daar een man. 'Ik ben je broer' zei de man. 'Hoezo een derde oog?' snauwde ik. 'Herken je mij niet?' riep de man. 'Alsof ik je ken!' riep ik en toen schoot de man een explosie naar me. Ik maakte een Vuurmuur en ik schoot een explosie door de Vuurmuur. De man ontweek die en ik schoot een explosie op het plafond boven hem. Grote rotsen vielen naar beneden en de grot trilde. Ik deed de Vuurmuur toen weg en ik schoot 3 snelle vuurstoten. Hij viel naar achteren door 1 Vuurstoot en ik sprong net opzij van zijn explosie. Ik maakte vervolgens Vuurzwepen. Ik was iederekeer heel scheef en ik kon hem bijna niet raken. Uiteindelijk schoot hij toen bijna me arm eraf en ik schoot 2 explosies op hem maar hij bukte net. Toen stuurde ik net een explosie toen de man naar links dook en ik schoot toen zijn arm en been eraf. 'Je word hier vastgehouden tot de volgende snelle verandering van de wereld, een wereld vol met vlammen, en je wordt gedood zonder eer, en niemand zal het boeien dat je hier vast zit' en ik rende het grot uit en ik schoot een explosie op de ingfang van de grot en grote rotsen vielen naar beneden. 'Ik ga ooit wraaknemen!' hoorde ik nog achter me. Opeens kwam ik speren tegen. 'Zeg wie je bent of we doden je' zei een duistere stem. 'Ik ben niet bang voor jullie, ik ben de Generaal van de Vuurnatie!' riep ik en ik blaaste ze op en ze vielen tegen rotsen aan. Ik rende vervolgens weg terug naar me schip en ik vaarde weg.

Hoofdstuk 15 De Kokende Rots[]

Ik werd wakker en ik vaarde even. Ik knalde opeens tegen rotsen aan. 'De Kokende Rots' fluisterde ik. 'Ik ga de gevangene vrij laten, en de Vuurheer vermoorden' fluisterde ik weer. Ik sprong in het water en ik zwom naar de kant toe en ik rende naar de gondel. Ik kwam in een groot gebouw en opeens stonden daar tientallen bewakers. 'Generaal, het is een eer om in de Kokende Rots te zijn' zei een cipier. 'Ga aan de kant!' riep ik en ik blies iedereen op. Ik rende naar een gebouw toe en ik blies het muur op. Opeens rende er honderden gevangene weg. 'Generaal, wat doet u?' riepen bewakers. 'Gevangene bevrijden, zien jullie dat niet?' riep ik en ik blies alles op. Gevangene gingen naar Gondels terwijl ik de rest bevrijdde. Toen alle gevangene zowat buiten waren rende ze als een gek naar de gondel. 'In de gondel!' riep ik. Ik draaide de hendel terwijl er honderden bewakers naar buiten stroomde. Ik schoot een explosie op ze af en ik schoot ergens midden op de brug waardoor de bewakers hier niet kunnen komen. Toen de laatste paar gevangene weg waren liep ik naar de gondel en ik schoot een explosie op de bewakers. 'Er is geen weg meer om hier uit te komen, dus ik laat jullie rotten!' riep ik en ik blies een gondel op. Ik rende een gondel in en ik gooide een stok op de hendel waardoor de gondel ging bewegen. Ondertussen zag ik dat een paar mensen houten planken zetten om bij de hendel te komen. Ik blies ze vervolgens ook op en ze vielen in het water. Bij het schip zaten er heel veel gevangene. 'In het schip en dan gaan we!' riep ik en iedereen stormde het schip op. Ik rende de toren in en ik nam het roer en we vaarde weg.

Hoofdstuk 16 De Vuurheer proberen te vermoorden[]

We kwamen aan bij de Vuurnatie paleis. 'Gevangene, we gaan de Vuurheer vermoorden!' riep ik en iedereen ging schreeuwen. We stormde de vulkaan op terwijl een paar dood gingen. Ik blies de bunkers op en ik stuurde een gat door de muur. We kwamen in de vulkaan en ik blaaste alles op en ik rende naar het paleis. Daar blies ik ook alles op en opeens stond de Vuurheer voor me neus. 'Wat heeft dit te betekenen?' riep hij en opeens kreeg ik een Vuurstoot en ik viel tegen een muur aan terwijl er nog maar 20 gevangene de invasie overleefde. Na een minuut waren opeens de 20 gevangene dood. 'Woeps' fluisterde ik. 'De Vuurnatie heeft alles verwoest, dus ik betaal ze terug' fluisterde ik en ik schoot een explosie op de plafond en de rotsen vielen op me.


                                                             -Einde van me fanon-

Advertisement